Moppen en Raadsels
1. Twee oenen zitten op een bank. Tegenover hen staat een spiegel. Zegt de ene tegen de andere:' Zullen we bij hen gaan zitten?' ' Ja, is goed', zegt de andere een hij staat op. Dan zegt de eerste oen:' oh laat maar, ze komen al naar ons toe'
2. Pudding en Gisteren zijn een tweeling, ze moeten voor straf naar hun kamer. Maar Pudding moet een nodige boodschap, en doet dat daarom uit het raam. Precies waar de drol valt staat een meneer. De meneer gaat naar de voordeur van het huis van Gisteren en Pudding. De man belt aan en moeder doet open. De meneer zegt: ' een van uw kinderen heeft op mijn hoofd gepoept'. Moeder:' Was het Pudding?' Meneer:' Nee, het was poep' Moeder:' Was het Gisteren?' Meneer: ' Nee, het was vandaag'. Dan zijn het mijn kinderen niet.
3. Fred:' Klaas, ga je mee zwemmen?' Klaas:' Nee, ik heb buikpijn'. Fred:' Nou, dan ga je toch rugzwemmen!'
4. Jantje zit in de klas. De meester zegt:' wie de eerste vraag heeft beantwoord hoeft de tweede vraag niet te beantwoorden. De eerste vraag: Hoeveel haren heeft een paard?' Jantje:' 3286.1395.000, meester' Meester: ' Hoe weet je dat Jantje?' Jantje:' Dat is de tweede vraag meester!'
5.Jantje en zijn moeder zijn in de dierentuin. Jantje zegt: 'kijk mam, die aap daar lijkt op oom Joris!' moeder: 'dat mag je niet zeggen, Jantje!' Jantje: 'die aap hoort het toch niet!!!!'
6. Twee slakken willen oversteken op een drukke weg. Zegt de een tegen de ander: 'Nu?' 'Nee, want over 2 dagen komt er een vrachtagen aan.'
7. Waarom gooit een oen water over zijn computer? dan kan hij op het internet surfen.
8. Wat is blauw en niet zwaar? lichtblauw
9. Wat is groen en heeft een gewei? Een dophertje
10. Hoe reist een zeemeermin de wereld rond? Met een octobus
11. Wat is geel en hangt achter een auto? Een banaanhangwagen.
12. Het is rood en het wordt steeds kleiner en kleiner? Een baby met een kaasschaaf.
13. Een politieagent ziet Jantje verdrietig op de brug staan en vraagt: 'Wat scheelt er?' Jantje antwoordt: 'Mijn broer heeft mijn broodjes in het water gegooit.' Agent: 'Met opzet?' 'Nee, met hagelslag.'
14. Een bus stopt bij een halte waar een olifant binnenstapt. De buschauffeur zegt: 'Wow dit is de eerste keer dat er een olifant in mijn bus is.' Olifant: 'Het is vast ook de laatste keer, want morgen is mijn fiets weer gemaakt.'
15. Een man ging naar de jungle. hij zag een panter, en je weet, die kunnen hard rennen, dus zette de man het op rennen. Maar algauw haalde de panter hem in en zei: 'TIKKIE, JIJ BENT HEM!'
16. Een man komt bij de dokter. Dokter: 'Wat is er aan de hand?' Man: 'Er is niks aan de hand, het is iets met m'n keel!'
17. Twee oenen willen vuur maken. Zegt de ene oen tegen de ander: 'Weet je zeker dat de lusifers het doen?' Zegt de andere: 'Ja hoor ik heb ze allemaal uitgeprobeert!'
18. Sietse zegt tegen Maartje: 'Ik wou dat ik in de mideleeuwen was.' Maartje vraagt: 'waarom dan?' Sietse: 'Dan had ik niet zo veel geschiedenis les!'
19. Wat is oranje en zegt: ik ben een sinaasappel? een mandarijn met een grote mond
20. Wat is het verschil tussen een meester en een bij? Een bij is alleen in de zomer irritant en een meester het hele jaar.
21. 'Een olifant stapt in de bus. De conducteur zegt: 'wauw dat is de eerste keer dat ik een olifant in de bus heb.' zegt de Olifant: 'ja en ook de laatste keer ,want morgen is mijn fiets gerepareerd.'
22.Er staan twee reeën naast elkaar in het bos. Een van de twee heeft een zonnebril op. Vraagt de andere ree aan hem: "Waarom heb jij toch altijd een zonnebril op?". Zegt de andere: "omdat ik ray ban!""
23.Er liepen twee zandkorrels in de woestijn. Zegt de een tegen de anderen: "Volgens mij worden we achtervolgt"
24. Juf: 'Sietse je zou echt eens in bad moeten gaan.' Sietse: 'nee hoor, ik word later namelijk stinkend rijk!'
25. Anouk maakt voor het eerst appeltaart. Als haar moeder een stukje van de appeltaart opheeft, zegt ze: 'De appeltaart is wel lekker maar er zitten geen stukjes appel in.' zegt Anouk: 'Ja, want in hondenkoekjes zitten toch ook geen honden!'